
Oktober is de Maand van de Geschiedenis, dus op de valreep deel ik nog even één van de mooiste historische jeugdboeken die ik de afgelopen tijd gelezen heb: Het addergebroed van Slot Thetinga. Een boek waarin een taai onderwerp – een godsdienstige sekte in de 17e eeuw – in een buitengewoon aantrekkelijk jasje is gegoten voor de jeugd.
Om te beginnen ziet het boek er schitterend uit. De dreigende illustratie van een raaf met in zijn oog de weerspiegeling van drie kinderen nodigt meteen uit om het boek op te pakken. Je wilt weten wat er aan de hand is. ‘Die drie zijn vast verdoemd,’ zei een leerling. Interessant hoe een sterk staaltje beeldtaal de kijker meteen in de goede richting duwt. In zekere zin zijn die drie kinderen inderdaad verdoemd. Ze zijn het uitschot van de gemeenschap. Het addergebroed.
Jean, Isaac en Hieke zijn alledrie buitenbeentjes. Jean en Isaac bij hun eigen leefgemeenschap ‘De Labadisten’ en Hieke bij de inwoners van het Friese dorp waar ze woont. We volgen Jean en leren zo de Labadistische leefwijze kennen. Waarbij nederigheid, een sober leven en gehoorzaamheid aan de geestelijk leiders een grote rol spelen in hun afgezonderde bestaan op Slot Thetinga. Jean wil graag de kinderzegen ontvangen en doet zijn uiterste best om vroom door het leven te gaan, maar hij kan nu eenmaal zijn hoofd niet uitzetten en stelt veel te veel vragen. Hij ervaart de tot addergebroed bestempelde tieners Hieke en Isaac als eerlijke en authentieke mensen, in tegenstelling tot de schijnheilige types die wél gezegend worden. In zijn gebeden vraagt hij zich af wat er mis met hem is: ‘Waarom ben ik slecht?’ Wanneer hij ontdekt dat de hoge broeders veel meer privileges hebben dan de andere Labadisten, wordt zijn twijfel nog meer aangewakkerd.
Heleen en ik zijn allebei Doopsgezind. In het Fries worden onze geloofsgenoten ook wel menisten genoemd, internationaal beter bekend onder de naam mennonieten. Het is een minder bekende stroming binnen het Christendom. Ik was dan ook aangenaam verrast dat Jean op een dag in contact wordt gebracht met boer Annes, een mennoniet, met wie hij interessante geloofsvraagstukken bespreekt. Ze geloven in dezelfde God en hun geloofsvisies komen zelfs deels overeen: geen kinderdoop, een sober leven. Maar in de praktische uitvoering van die visies zit een wereld van verschil. In tegenstelling tot de lijfspreuk ‘hoofd eraf’ van de Labadisten -dat volgzaamheid predikt-, moedigt de mennonitische boer Annes de jonge Jean aan om altijd zelf na te blijven denken. Is dat godslastering of heeft Jean eindelijk mensen ontmoet bij wie hij lijkt te passen?
Wanneer Jean samen met Hieke en Isaac halverwege het verhaal een dagje van het terrein ontsnapt om een kijkje in de grote stad Leeuwarden te nemen, is m’n geluk compleet. Het zijne trouwens ook. De Wirdummerdijk wordt beschreven en ook het menisten-kerkje in die straat wordt benoemd. En laat dat nou precies de kerk zijn waar Heleen en ik als kind zijn opgegroeid. Jean realiseert zich in Leeuwarden dat hij vrolijkheid en luchtigheid mist bij de Labadisten, waar voortdurend straffen worden uitgedeeld in naam van God. Hij mist de ademruimte die er wel lijkt te zijn in het leven van mensen buiten zijn gemeenschap. Met een hoofd vol vragen keert hij terug naar Slot Thetinga.
Aan alles is voelbaar dat Margaretha uitgebreid onderzoek heeft gedaan. Zowel op historisch vlak als ook op sociaalpsychologisch gebied. Een groot deel van de personages en gebeurtenissen in het verhaal zijn op waarheid gebaseerd. Daarbij worden vooral de kenmerken van een sekte prachtig aan de lezer gepresenteerd. De ongezond controlerende dynamiek in Jeans leefgemeenschap sijpelt tot in de kleinste details door en geeft je een benauwd gevoel. Het is verfrissend om een jeugdboek te lezen over geloofskwesties waarbij niet zozeer het geloof zélf ter discussie wordt gesteld, maar de manier waarop dat geloof bij de Labadisten wordt vormgegeven in het dagelijks leven. Hoewel dat voor veel lezers misschien onbelangrijk lijkt is dat voor gelovigen, zoals ik, een waardevol nuanceverschil.
Ook zonder mijn persoonlijke binding met het verhaal kan ik met recht zeggen dat Het addergebroed van Slot Thetinga een steengoed boek is. Waar het taalgebruik ingewikkeld en stoffig had kunnen worden bij dit onderwerp, sluit het juist aan bij de doelgroep en verrijkt het hun woordenschat. Zoals het gebruik van Friese en Franse woorden heel subtiel de culturele verschillen weergeeft tussen de neergestreken groep Labadisten en de inwoners van het Friese platteland in Wiuwert. Daarnaast zijn de personages benaderbaar en maken een ontroerende groei door, zit het verhaal met bijbehorend onderzoek gedegen inelkaar en geeft het boek veel aanleiding tot gesprek over geloof en eigen keuzes. Knap gedaan!
Wat mij betreft mag dit boek genomineerd worden voor de Thea Beckman-prijs en ik hoop dat het door veel mediatheken zal worden aangekocht.
Mijn leeftijdsadvies: 12+ | Uitgeverij: Lemniscaat | Auteur: Margaretha van Andel | Omslagillustratie: Leon ter Molen | Verschenen: 4 juni 2024 | Prijs: €15,99 |Hier te bestellen
