
Lieve Heleen,
‘Iedere voorlezer heb z’n nalezer.’ Ik geloof dat het een uitspraak is van schrijver en illustrator Jan Paul Schutte. Een waarheid als een koe. Dat blijkt ook uit recent onderzoek dat in opdracht van o.a. het CPNB en Stichting Lezen in september werd gepresenteerd, waarin zichtbaar wordt hoe de afnemende interesse voor lezen o.a. gelijk loopt met de afnemende aandacht voor leesopvoeding vanuit thuis. Wanneer kinderen ouder worden blijkt het voor ouders -om wat voor reden dan ook- steeds moeilijker te zijn om een stimulerende rol te spelen in hun leesproces, want hoe pak je die leesopvoeding aan als kinderen niet langer voorgelezen willen worden?
Er is de laatste jaren veel aandacht voor het zorgwekkende niveau leesvaardigheid van de Nederlandse jeugd, maar ik wil me in dit artikel niet bezighouden met een schuldvraag. Het is helemaal niet gek dat naarmate kinderen zelfstandiger worden ook de actieve sturing van ouders minder wordt. Zeker wanneer er hormonen, op- en zelfstandigheid een rol gaan spelen in een tienerleven kan te veel sturing zelfs averechts werken. Waar je bij kleine kinderen kunt besluiten dat het tijd is voor een (voor)leesmoment is het inplannen van aandacht voor lezen en taal bij oudere kinderen een stuk moeilijker. Daarnaast is het best ingewikkeld om ‘over te stappen’ naar een leesopvoeding waarin voornamelijk een positief leesklimaat wordt nagestreefd en niet per se op de leesactiviteit moet worden gehamerd.
Er zijn een aantal leeftijden waarbij ouders en docenten alert moeten zijn op het vasthouden van leesplezier. O.a. uit het onderzoek De doorgaande leeslijn van Stichting Lezen blijkt dat kinderen afhaken rond groep 6, de brugklas en tijdens de overgang van de onder- naar bovenbouw in het voortgezet onderwijs. In deze klassen wordt de complexiteit van de leesboeken het meest voelbaar opgeschroefd en wanneer deze overgang niet goed wordt begeleid kan er sprake zijn van een daling in leesplezier, leesmotivatie en ontstaat er soms zelfs leesangst. De stap van kinderboeken naar jeugdliteratuur en de volgende stap naar volwassen literatuur wordt als te groot ervaren. Maar hoe zorg je als ouder voor een zachte landing?
Laat ik vooropstellen dat in alle gevallen geldt: een goed voorbeeld doet goed volgen. Een kind dat opgroeit in een huishouden waar regelmatig wordt gelezen -dat kan ook een krant of tijdschrift zijn- zal zelf ook sneller iets openslaan. Toch is het heel begrijpelijk dat dit niet veel gebeurt wanneer lezen ook niet op je eigen favorietenlijst staat. Je hoeft geen lezer te zijn om lezen belangrijk te vinden. Zo ben ik bijvoorbeeld bepaald geen sporter, maar ik vind sport wel belangrijk, zeker in de opvoeding van een kind. Dat is min of meer hetzelfde. Wie niet graag leest zal de leesopvoeding dus wat extra moeite kosten, maar het is wel de moeite waard. Het hoeft je er niet van te weerhouden om eens een boek cadeau te doen en bibliotheekbezoek aan te moedigen. Wie niet graag een boek voor zichzelf openslaat kan wel degelijk veel plezier beleven aan de jeugdboeken die door zoon of dochter mee naar huis worden genomen. Het kan leuk zijn om samen met je kind aan de slag te gaan, te weten waar hij of zij mee bezig is, welke thema’s er bij hen onder de aandacht worden gebracht, welke kijk ze op het verhaal ontwikkelen en er samen over in gesprek te gaan.
Samen lezen is misschien wel het gezelligste advies dat ik kan geven. Lees (deels) met je zoon of dochter mee en bespreek het verhaal terloops, niet als een overhoring. Stel bijvoorbeeld tijdens het koken eens vragen vanuit interesse en deel ook je eigen mening: ‘Wow, zag jij dat einde aankomen?’, ‘Wat had jij gedaan in de plaats van dat ene personage?’, ‘Ik vond die andere klasgenoot veel leuker, begreep jij waarom hij toch voor de ene koos?’. Probeer daarnaast niet te veel te concurreren met streamingdiensten, maar maak ook eens gebruik van het aantrekkelijke Netflix, Disney+ of Amazon Prime waar veel jeugdboeken worden verfilmd of tot een serie worden uitgewerkt. Kijk samen naar de mini-serie A Good Girls Guide To Murder en besluit daarna om het nog niet verfilmde tweede deel uit de bieb te lenen en samen te lezen.
Ouders geven in het eerder genoemde leesopvoedingsonderzoek aan veel te moeten concurreren met schermen en de ondersteuning vanuit school te missen. Twee zeer legitieme obstakels die een gezonde leesroutine in de weg kunnen staan. Die leesroutine is moeilijk te ontwikkelen als het ten koste gaat van tijd voor leukere zaken, zoals een beeldscherm. Het kan handig zijn om een vast leesmoment te vinden waarop alternatieven niet meteen voor handen zijn. Kinderen die ‘s avonds voor het slapen gaan geen telefoon mee naar hun slaapkamer mogen nemen, vinden een boek lezen opeens een prima alternatief om bij tot rust te komen. Een autorit kan een goed moment zijn om gezamenlijk een paar hoofdstukken van een luisterboek mee te pakken. Luisteren en lezen afwisselen is een prima methode om de hoeveelheid pagina’s op te splitsen in behapbare brokken.
Wat misschien nog wel het moeilijkste is is het vinden van het juiste boek. En hier komt ook de ondersteuning vanuit school om de hoek kijken. Individueel advies is de beste manier om een kind aan het lezen te krijgen, maar het is ook arbeidsintensief en niet ieder kind heeft het nodig. Schroom niet om de docent van je zoon of dochter om advies te vragen en hen te helpen met het in kaart brengen van de interesses. Samen -ouders én docent- kunnen jullie op zoek gaan naar titels die aansluiten bij leeftijd, niveau en persoonlijke voorkeuren. Zodat er een aantrekkelijk aanbod voor handen is dat uitnodigt tot lezen.
Hoewel de berichten over de leesvaardigheid van Nederlandse jongeren doorgaans alarmerend en niet erg hoopgevend zijn, zie ik wel degelijk aanleiding voor blije gezichten. In datzelfde rapport staat ook dat jongere ouders positiever zijn over hun eigen leesverleden dan oudere ouders en dat er een positieve relatie zit tussen het oordeel over hun eigen leesopvoeding en de leesopvoeding van hun kind. Wat leesplezier betreft gaan we dus voorzichtig weer de goede kant op. Laten we die gedachte vasthouden en tot de conclusie komen dat niet alle verantwoordelijkheid voor leesplezier bij school ligt en ook niet alle verantwoordelijkheid ligt bij de ouders. Het is de samenwerking tussen ouders en school die goed werkt. Als docent Nederlands hoop ik benaderbaar te zijn voor de kinderen én de ouders en nodig hen van harte uit om met me in gesprek te gaan als ze op weg geholpen willen worden.
Geniet van je volgende leesboek!
Janneke
Leuk om te weten: Op woensdagavond 12 februari 2025 presenteer ik een leesbevorderingsavond gericht op kinderen in het voortgezet onderwijs, waarbij Kluun en het schrijversduo Sophie Wester te gast zijn. Ouders van leerlingen op het Jordan Montessori Lyceum kunnen zich opgeven via de oudervereniging.
*Afbeelding: kennisrotonde

1 reactie