
Lieve Janneke,
Jij kent een beetje mijn voorliefde voor jongeren die niet helemaal dezelfde weg bewandelen als al die anderen. In mijn huidige functie geef ik veel minder lessen, maar word ik gelukkig nog wel gevonden. Misschien wel juist door diegenen die met een andere blik door de school lopen. Mijn dropjespot helpt daar soms een beetje bij.
Het maakt niet uit of de deur van mijn kamer open of dicht is, hij loopt naar binnen wanneer hij dat wil en blijkbaar is hij welkom. Meestal loopt hij rechtstreeks naar de dropjespot en is al halverwege een zin als hij zijn mond leeg heeft. Vaak heeft hij een vraag, impertinent of niet, vertelt soms een verhaal over iets dat hem verbaast of waar hij zijn mening over aan het vormen is. Wat hij deze keer komt doen is niet gelijk duidelijk, misschien gewoon even kletsen. Voor de vakantie begint wil ik de schoolvisie op lezen geformuleerd hebben, maar hij zorgt voor een verfrissende afleiding.
De dropjes zijn alweer bijna op, hij kijkt me aan met een blik ergens tussen verwachtingsvol en verwijtend. “Volgens mij is het jouw beurt”, grijns ik naar hem en ik ben blij dat hij mijn schaduwdropjespot nog niet ontdekt heeft. “Heleen, heb jij al deze boeken gelezen?” Hij kijkt verschrikt naar de boeken die op het lelijke bankje in mijn kamer geparkeerd zijn. Ik voel me uitgenodigd te gaan bluffen, maar ik kies voor de waarheid. Natuurlijk.
“Heb je deze gelezen?” Hij houdt een boek omhoog dat geschreven is door de zus van een bekende Nederlandse crimineel. “Nee, die niet, maar ze schreef eerder een ander boek, die wel.” Ik rommel tussen de boeken, als ik me niet vergis zit dat boek er ook tussen. “Is het een goed boek?” Ik steek het een na laatste dropje in mijn mond. “De schrijfster van dit boek heeft een verhaal te vertellen dat veel mensen interesseert. Dat ze iets te vertellen heeft, maakt haar niet automatisch een schrijfster, vind ik. Als iemand, literair gezien, een goed schrijver is, verzint zij of hij zelf een verhaal. Daar zit een verschil. Persoonlijk lees ik graag boeken die goed geschreven zijn, het maakt me dan niet uit of het verhaal waar gebeurd is of verzonnen.”
“Een boek is misschien wel gewoon een goed boek wanneer mensen het willen lezen en zorgt dat er gesproken wordt over dat wat geschreven is.” Mijn antwoord is te lang denk ik, hij lijkt alweer met iets anders bezig. Voor hij vertrekt kondigt hij aan de hij Mein Kampf wil lezen voor M&M, maar dat zijn docent daar waarschijnlijk te links voor is. Voor hij de deur uitloopt, en nee die doet hij niet dicht, zeg ik nog dat ik benieuwd ben naar zijn gesprek met de betreffende docent en naar waar hij het boek vandaan gaat halen.
Ik doe de deur toch nog even dicht en haal Aidan Chambers aan en zijn inzichten over het praten over teksten. Volgens mij heb ik de schoolvisie op lezen aardig onder woorden kunnen brengen, ik kan afsluiten en onderweg naar de meivakantie haal ik nog even dropjes voor in de droppot.
Liefs, Heleen
Afbeelding: Droppot
