Een klein volkje – Janneke

Lieve Heleen,

Jouw vakantie is begonnen en voor mij is de tijd van overgangsrapporten schrijven bijna achter de rug. Met de hitte van de afgelopen weken besloot ik naar mijn ouders in Friesland te gaan, waar het gemiddeld 5 graden kouder blijkt te zijn dan in de binnenstad van Utrecht. Ik schrijf m’n rapporten veel liever in hun schaduwrijke tuin dan op mijn bloedhete mini-balkon.

Terwijl ik in de trein naar Leeuwarden zit, luister ik naar een gesprek over Friesland tussen een moeder en haar jonge kinderen. De kinderen zijn duidelijk nog nooit in Friesland geweest en ik ben onder de indruk van de vertelkunst van hun moeder. Ze doet een beroep op hun verbeeldingskracht met mooi taalgebruik. Hoewel de kinderen niet ouder dan 6 jaar kunnen zijn gebruikt ze mooie woorden, zoals ‘landschap’, ‘voertaal’ en ‘volk’.

Haar beschrijving van Friesland klinkt sprookjesachtig: ‘Er is heel veel water en er varen veel bootjes, ze eten oranjekoek, de hartjes zijn rond aan de onderkant en ze spreken hun eigen taal. Als je straks in de Friese trein door het landschap rijdt zul je merken dat elke plaats in twee talen wordt omgeroepen.’ Dat belooft wat. Het vervolg van hun treinreis klinkt nu al als een exotische tocht. Ze voegt nog wat informatie toe aan haar verhaal over Friesland: ‘Er wonen Friezen.’

‘Wat zijn Friezen?’ vraagt de middelste, ik schat hem een jaar of 5. ‘Tja Friezen, hoe zeg ik dat…’ antwoordt ze, ‘het is een klein volkje in het Noorden van Nederland.’ Even is het stil. Dan komt de vraag: ‘Is het een mensenvolkje?’

In de verder stille coupe klinkt uit meerdere hoeken gegrinnik. Zonder verbaasd op te kijken neemt zijn moeder de vraag serieus en legt uit dat je het Friese volk niet moet zien als kabouters en elfen, maar eerder kunt vergelijken met bijvoorbeeld Duitsers en Fransen. Het zijn gewoon mensen, maar dan met een eigen taal en cultuur. ‘Ah,’ zegt de kleine vent, ‘zo’n soort volkje.’ Hij had duidelijk op een volkje in de vorm van kleine trolletjes gehoopt. Dit is een kleine tegenvaller. Toch mag het de pret niet drukken, want er worden hem wandelingen op de waddendijk en dikke plakken suikerbrood met boter in het vooruitzicht beloofd.

Ik realiseer me hoe mooi taal kan zijn. Hoe je op reis kunt zijn met woorden. Tijdens mijn bezoek aan Friesland bekeek ik daardoor mijn geboorteplaats opeens met andere ogen en vooral met andere woorden. Hoewel de mensen niet piepklein bleken te zijn, hield ik het sprookjesachtige vakantiegevoel het hele weekend vast.

Ik wens je een fijne zomer!

Janneke

*Afbeelding: Pinterest

Een reactie plaatsen