De woorden in zijn hoofd – Heleen

Oh Janneke!

Jij en ik weten ons wel raad met woorden, wij zijn denk ik de meest pratende wezens die ik ken (misschien op cavia Babs na, maar die versta ik niet altijd). Het is dan ook niet makkelijk te volgen wat er gebeurt in het hoofd van mensen die liever niet meer dan twee woorden achter elkaar zeggen.
Als coach mag ik een klas in het tweede leerjaar begeleiden, vorig schooljaar had ik deze leerlingen ook onder mijn hoede en hebben we elkaar goed leren kennen.  Bij één leerling heb ik extra goed mijn best moeten doen om hem te leren kennen, een jongen die ongetwijfeld veel woorden in zijn hoofd heeft, maar deze mondjesmaat met ons deelt. 
Het zal je maar gebeuren; je wordt geboren in een land, leert daar  je eerste woorden. Als blijkt dat het in jouw geboorteland niet veilig voor jou en je familie is, vertrekken jullie naar een ander land. Je ontdekt een nieuwe, heel andere, taal, maar je moedertaal zit natuurlijk ook nog ergens onder je huid. Je wilt alles graag goed doen, liever geen fouten maken, begrijpen en begrepen worden. Het duurt misschien even, maar ook je nieuwe taal krijgt een plaats en je vindt woorden voor dat wat je wilt vertellen.
Wat bijna ondenkbaar is overkomt je toch; jullie moeten wéér op zoek naar een plaats waar je in veiligheid op mag groeien, je moeder blijft achter. Voor je kunt ervaren of je die plek echt gevonden hebt, word je eerst ondergedompeld in een soort kakofonie. Welke woorden horen bij welke taal, welk signaal moet je opvangen omdat het misschien hoort bij het land waar je nu bent gaan wonen? 
Als de juffen vinden dat je genoeg woorden begrijpt mag je naar een ‘gewone’ school, waar de meeste leerlingen (luidkeels) in dezelfde taal spreken. Je maakt je huiswerk, laat zien dat je slim genoeg bent. Contactmomenten vind je lastig, omdat je heel dicht bij school woont ga je in de pauze vaak naar huis en kom je op het laatste moment in de les. Als er in de klas iets gevraagd wordt zijn er genoeg anderen die graag antwoord geven, dus vaak lukt het je wel de dans te ontspringen. Bij haar lukt dat meestal niet, zij is niet alleen je coach, maar geeft je nog Nederlands ook. En natuurlijk wil je geen fouten maken.
Voor de zomervakantie begon vertelde hij me dat hij naar zijn geboorteland zou gaan. Hij zou zijn moeder daar, na vier jaar, ontmoeten. Ik was zó blij voor hem, dat emotioneerde zijn vader, die er voor had moeten kiezen zijn oudere broer en zus niet mee te nemen.  Tijdens de eerste dag op school deden we een rondje ‘vakantieverhalen’, er waren vijf leerlingen die op vakantie geweest waren. Hij vertelde, zachtjes,  in een zin van wel vijf woorden waar hij naartoe gereisd was. Zijn glanzende ogen sloeg hij daarna neer.
Met weinig woorden kun je veel vertellen (ik zou bijna ‘Het land van de grote woordfabriek’ als boekentip geven, maar ik ben nog niet aan de beurt). Maar wat als je heel veel te vertellen  hebt,  maar alles in je blokkeert en de woorden willen maar niet stromen? We hebben hulp gezocht om de weg vrij te maken en ik verheug me op zijn verhalen, stukje bij beetje.
Ik bedenk me dat het een goed plan is om Blauwland, Geelland te gaan spelen met de klas en…. Oh wacht cavia Babs roept.

Lieve woorden, van Heleen

Wil je weten hoe het is om je een nieuwe taal en cultuur eigen te maken, zoals een NT2-leerling? (NT2 = Nederlands Tweede Taal) Speel het spel Blauwland Geelland. Klik hier om het te bekijken.