De vraag van vandaag – Heleen

Lieve Janneke,

Bij ons op school proberen we de dag te beginnen met ‘de vraag van vandaag’. We willen op die manier even stilstaan bij wat we vandaag belangrijk vinden. Levensbeschouwelijke- en burgerschapsthema’s komen voorbij. Iedere dag begint weer anders, vaak met een lach, soms met een frons en het lukt bijna altijd om een rustmoment in te bouwen voor het geraas van de dag begint. Deze dag begon met een traan.

Hoe de vraag precies luidde weet ik niet eens meer, maar het had te maken met vertrouwen. In de klas werd openhartig gepraat over of je je ouders nou wel of niet kunt vertrouwen en dat leraren misschien ook wel vaak een geheime agenda hebben. Een huisdier kun je sowieso vertrouwen. Het is fijn om je verhaal te kunnen vertellen met je neus in een zachte vacht, al waren we het er ook wel over eens dat het prettig is als er eens iets teruggezegd wordt met woorden.  

Vanuit een ooghoek had ik al wel gezien dat ze steeds een beetje kleiner leek te worden. Ze zat alleen, terwijl ik haar ken als iemand met altijd gezelligheid om zich heen. Waar ik pogingen deed een les te starten, brachten leerlingen nog nieuwe aspecten in om het gesprek in de klas gaande te houden. De toetsweek was in zicht, niet iets om je op te verheugen, laat staan op het uitkauwen van de – tot in den treure – behandelde leerstof. Met een handige wending kreeg ik iedereen uiteindelijk toch echt aan de slag met een proeftoets. Iedereen, behalve haar. Ik vroeg haar welke les ze hierna had en luisterde eigenlijk niet naar haar antwoord, ze had wel zin om me ‘even te helpen’ na de les. 

We liepen samen naar de winkel. Het was namelijk noodzakelijk dat er nieuwe smaakjes thee gekocht werden voor het coach-uur en bovendien heel veel paaseitjes. Als elke leerling uit een klas een voldoende haalt, trakteer ik altijd en mijn toetsweekverwachtingen waren hooggespannen. Het is soms fijn praten als je elkaar niet steeds aan hoeft te kijken en gewoon ergens mee bezig bent. Dat vond zij geloof ik ook. Ik vertelde haar dat ze vanmorgen kleiner leek dan normaal. Ze begon eerst wat te grijnzen en daarna zag ik een eerste traan rollen.

Ze miste haar vriendin, vertelde ze, terwijl die helemaal niet ver weg was. Ik zag wel hoe verdrietig ze was en ze wilde wel een stukje van haar verhaal aan me vertellen. Ze had het nooit moeten doen, zo begon ze. Het leek haar een goed idee om haar vriendin te koppelen aan een van haar vrienden. Waar ze in het begin gelijk leek te krijgen vond ze toch al snel dat haar vriendin moeilijk begon te doen. Er ontwikkelde zich een soort knipperlichtrelatie tussen haar vrienden en ze zag dat haar vriendin steeds maar aan het duwen en trekken was om te krijgen wat ze het liefste wilde. Ze leek heel hard te werken om hem haar perfecte vriendje te maken, ze zag ook dat zij tegelijkertijd niet het perfecte vriendinnetje kon zijn. 

Ze had het er al een tijdje moeilijk mee, wat had zij nou voor verstand van verkering? Verstand van vriendschap dacht ze wél te hebben, maar dat wist ze nu ook helemaal niet meer zo zeker. Ze wilde zich niet bemoeien met hun gedoe en aan de andere kant zag ze ook dat het niet lekker ging met haar vriendin. Ze zag er niet goed uit, kopieerde zijn gewoontes, terwijl ze hem ook van alles verweet. Ze merkte ook dat haar vriendin eigenlijk helemaal geen echte interesse meer in háár had, er kwamen geen succes-appjes, ze stond niet meer langs de lijn, ze was niet open over haar plannen. Ze had zelfs een keer iets over haar gepost, dat ze geliked had, maar zeker weten niet gelezen.

Ik vroeg haar waar ze het meeste last van had. Ze vertelde dat ze het gevoel had dat haar vriendin haar niet meer vertrouwde. Dat ze in de gaten gehouden werd, wanneer zij iets met hem wilde doen, hij was tenslotte ook gewoon een vriend van haar. Dat ze dingen wilde weten die niet over haar gingen en dat ze bewust dingen leek te verzwijgen. Ik vroeg haar of ze te vertrouwen is. Ze keek me een hele tijd aan, veegde haar tranen weg en knikte. “Ik wil graag het beste voor haar, ze is mijn vriendin en ik hou van haar. Maar ik ben er ook nog, ik verdien het niet om niet gezien te worden en al helemaal niet om gewantrouwd te worden.” 

Eigenlijk gun ik al mijn leerlingen een zorgeloos leven. Vaak kan ik adviezen geven, inzichten prikkelen, spiegels voorhouden. Soms kan ik alleen maar luisteren, een stukje meelopen, samen paaseitjes afrekenen en bijna te laat in de volgende les komen. Of dat genoeg is weet ik niet altijd zeker. Als 51- jarige kun je af en toe ook weer even lijken op die 15-jarige en kan het voorkomen dat ‘de vraag van vandaag’ vandaag zonder antwoord blijft.

Liefs Heleen