Circus Zoethout – Heleen

Lieve Janneke,

Hoe was jouw Oerol? Ik zag al wat moois voorbij komen op Instagram. Zelf ben ik maandagavond thuis gekomen en gelijk de nieuwe week ingetuimeld. Op het festival heb ik, onder andere, een paar fantastische circus-achtige voorstellingen gezien van La spire en Hringleikur. Als ik terugkijk op mijn week paste dat eigenlijk bijzonder goed bij hoe ik op zoek moest gaan naar balans. 

Zoals je weet ben ik coach van een prachtige groep leerlingen. In onze klas wordt niet gepest, bijzonder veel getolereerd en niet veroordeeld. Daar ben ik heel trots op. Na twee jaar ga ik afscheid van ze nemen. De leerlingen hebben hun eigen leerroute gekozen en worden verder begeleid door collega’s. De komende week is geloof ik de laatste ‘normale’ schoolweek, daarna komen toets- en projectweken om het schooljaar af te ronden. Nu we richting einde zwaaien, dreigt er hier en daar toch iemand uit balans te raken. Tijd om een vangnet te spannen, dus. 

Je vroeg me laatst hoe het is om mentor te zijn. Ik vind het mentoraat (coach-zijn) één van de mooiste en meest uitdagende aspecten van mijn werk. Niet alleen heb je de ruimte te bouwen aan je eigen groepscultuur, ook mag je delen in heel persoonlijke momenten in het leven van leerlingen. Af en toe is dat ook verschrikkelijk lastig. Deze week zag ik een leerling verscheurd worden tussen thuis en school. Beide willen deze leerling veiligheid bieden, maar beide op een manier die niet past bij de overtuiging van de ander. Ik werd genoodzaakt een deel van mijn taken over te dragen en moest daarbij zomaar denken aan een jongleur; bij jongleren is juist het loslaten belangrijk.

Als je je betrokken voelt bij leerlingen, nemen ouders je ook wel eens in vertrouwen bij dingen die maar zijdelings te maken hebben met een leerling. Wat een kunst is het om dan niet alle last om je schouders te nemen. Het is immers fijn om in vertrouwen genomen te worden. Aan de andere kant weet je ook dat de beste acrobaten hun last goed moeten verdelen om elkaar te kunnen dragen. Die ene sterke, met beide voeten op de grond, wordt wel heel kwetsbaar als de hele mensentoren op haar gebouwd is.

Waar is een trapezewerker zonder de anderen die op het juiste moment de juiste lijntjes aangeven? Ik hoop dat één van mijn leerlingen binnenkort weer het gevoel heeft dat ze kan vliegen. Met elkaar proberen we haar het vertrouwen te laten vinden dat ze op het juiste moment het juiste stokje kan pakken. Door elkaar goed aan te kijken en in hetzelfde ritme te zwieren moet het lukken. Dat vangnet is er en dat mag ze gebruiken, áls ze maar weer opstaat!

“Bent u een beetje handig met die ballen, mevrouw?” Aan het eind van deze enerverende week mocht ik nog met de klas gaan bowlen. Stiekem moest ik best nog wat moed verzamelen, maar het werd een prachtig uitje. De grootste jongen uit de klas, die ik zo vaak gestrest zie, lachte zich rot en sloeg zijn arm om een klasgenoot. Mijn trapezewerkster bleek een bowlingtalent te zijn en de kleine acrobaat at zoveel frietjes dat zijn gezicht er van glom. “Ik doe mijn best, maar loslaten is niet mijn sterkste kant.”

Liefs Heleen

Een reactie plaatsen